Wil je leuke trucjes voor op de trampoline leren? Dan moet je dit stap voor stap opbouwen. Leer eerst goed op en neer springen waarbij je voor langere tijd de balans houdt. Wanneer je dit goed onder controle hebt, kan je de volgende tricks eens een keer een kans geven.
De snoeksprong
Dit is misschien wel het bekendste trucje op de trampoline dat er bestaat. Bij een snoeksprong gaat het erom dat je tijdens de sprong je benen strekt. Wanneer je op het hoogste punt van de sprong bent, probeer je je tenen aan te raken. Om voor je landt weer geheel recht te zijn en de volgende sprong maakt.
Staan-zitten-staan
Een andere bekende en relatief simpele truc om te leren is staan-zitten-staan. Deze truc spreekt bijna voor zich. Je doet een sprong in staande positie. De volgende ‘sprong’ gaat vanuit zittende positie. Hiervoor kies je de kleermakerszit om zeker te zijn dat je geheel op het springdoek landt. Daarna ga je als je omhoogkomt weer terug naar de staande houding.
De koprol
De koprol is nog altijd relatief simpel te leren. Sta op de trampoline en trek je kin naar je borst. Trek je benen in om een bolletje te maken en draai voorover om je as. Dit is eigenlijk net als de koprol op de grond. Alleen kan je dan strekken en direct een sprong maken.
De salto
De koprol is eigenlijk een voorloper van de salto. Eigenlijk doe je dan hetzelfde, maar dan in de lucht tijdens een sprong. Het is niet aan te raden om met deze truc te beginnen. Dit doe je pas wanneer je al enige tijd hebt geoefend en de nodige tricks onder de knie hebt. Vanaf de salto kan je dan steeds meer trucs in de lucht doen tijdens de sprongen en er zo een serie van maken.